De appelmeloen houdt van een beschut plaatsje in de zon. We kunnen hem zowel in de (groenten)tuin, in pot als in de serre planten. Houdt er wel rekening mee dat de plant niet winterhard is en dus in de winter naar binnen gebracht moet worden.
Tijdens de vruchtvorming is het aan te raden regelmatig wat extra meststof (met een laag stikstofgehalte) te geven en ook regelmatig wat water geven. In de serre kan het nodig zijn de plant wat te snoeien om zijn weelderige groei wat in te perken. Houdt er in de serre ook rekening mee dat de vruchtzetting minder is bij temperaturen boven de 30°C, ideaal zijn temperaturen tussen 18 en 27°C.
De stengel wordt best ondersteund door een koord of stok. In augustus kunnen we normaal de eerste vruchten oogsten. Na de oogst de planten tot op 10 à 15 cm terugsnoeien om te overwinteren.
Bladluizen, spintmijt en witte vlieg kunnen onze plant aantasten. We zorgen best voor een goede doorgroei, om grote problemen te vermijden.
De vruchten zijn rijp als de vrucht mee veert bij een zachte vingerdruk. Onrijpe vruchten rijpen goed verder bij kamertemperatuur. Een rijpe appelmeloen kan nog 3 dagen bewaard worden in de koelkast.
500 gr